AV Horror Winterloop December 2019
Zal ik blijven liggen? Het is wel lekker warm in bed en buiten is het koud.. Maar als ik op mijn telefoon kijk en het appje van Jouke zie besluit ik te antwoorden met een duimpje omhoog op de vraag: “om 10uur op de fiets?”. Vooruit dan maar, na nog even van mijn warme bedje genoten te hebben ga ik er om 9uur uit en maak mij klaar.
Iets na 10uur zitten we op de fiets naar Sneek, op naar de 2e Winterloop van AV Horror. Eigenlijk heeft alleen Peter er zin in, de anderen doen bijna niks anders dan klagen over waarom het niks gaat worden vandaag. Ook ik verwacht er helemaal niks van.
Als we in Sneek aangekomen zijn schrijf ik mij in en kleed mij om. Tijdens het omkleden gaat iedereen lekker door met zeuren en smoesjes verzinnen, het gebruikelijke indekken. Echter blijkt het meestal achteraf bij de meesten wel mee te vallen..
Ik heb de afgelopen maanden wat problemen met mijn horloge gehad, na een update bleef hij crashen en was daardoor niet te gebruiken. Dat is nu gelukkig opgelost maar daarna lijkt mijn GPS het niet meer te doen, dit weet ik alleen niet zeker omdat ik al een tijdje niet meer gelopen heb. De Zevenheuvelenloop heb ik, door de eerder genoemde problemen, gelopen met mijn oude horloge. Die heb ik dit keer niet meegenomen, ik hoop dan ook dat het meevalt en dat hij het gewoon doet.
Helaas blijkt dit niet het geval. Ondanks dat hij al zeker een kwartier op zoek is naar een GPS signaal heeft hij die vlak voor de start nog steeds niet gevonden. En zo ontkom ik er niet aan dat ik zonder horloge moet gaan lopen.
Dan wordt er afgeteld tot het startschot en mogen we weg.
“Doe het niet Jouke”
Ik zoek meteen naar mannen waar ik van verwacht dat ze ongeveer even snel zijn, die zie ik al vrij snel lopen. Eerst moet ik alleen nog een paar mensen inhalen, net als Auke die niet ver voor mij loopt. Als ik voor mij zie dat Jouke even achter Auke aan lijkt te gaan zeg ik tegen hem: “Doe het niet Jouke, doe het niet.” Hij kijkt even achterom en als ik begin te lachen doet hij even alsof hij versnelt en daarna ga ik hem voorbij. Ik voeg mij bij de lopers die ik eerder al op het oog had.
Ik loop nu met Evert en Gerald op het eerste rechte stuk, langs de manege, de tennishal en een woonwijk. We lopen in een lekker tempo, zo voelt het tenminste, ik heb immers geen flauw idee hoe snel we precies lopen. We wisselen het kopwerk een beetje af, maar echt een idee zit er niet achter. Dat hoeft ook absoluut niet hier, we hebben namelijk geen last van wind. Dat zullen we vandaag überhaupt niet krijgen, want het waait totaal niet, het is vandaag echt perfect weer om een wedstrijd te lopen. Het is niet heel koud, zeker niet te warm en het is een beetje vochtig waardoor er meer dan genoeg zuurstof in de lucht hangt.
Op een gegeven moment, na een paar slingerbochtjes, merk ik dat ik beide mannen kwijt ben. Ik besluit niet te wachten en gewoon lekker op gevoel door te lopen, ik zie het wel. Ik ben nu iets meer dan twee kilometer onderweg en ben bij de rotonde aan de rand van Sneek, hier slaan we rechtsaf en lopen we richting Scharnegoutum. Dan even een klein klimmetje, de brug op en weer naar beneden.
Niet ver voor mij zie ik Auke nog altijd lopen, ik schat op een kleine dertig/veertig meter, toch heb ik niet het idee dat ik hem kan inhalen en dus doe ik er niet mee. Het geeft mij echter wel een goed gevoel dat ik nog redelijk bij hem kan blijven, zeker gezien zijn vorm en snelheid het afgelopen jaar.
Na een paar honderd meter sla ik linksaf, richting het bruggetje. In deze bocht is het vaak glad, en vooral omdat je van asfalt naar klinkers gaat is het altijd oppassen. Gelukkig kom ik zonder schade de bocht door en weet ik zelfs de plassen te ontwijken. Het is ook wel eens gebeurd dat we hier een auto tegenkwamen die het grootste deel van de weg blokkeerde, gelukkig blijft het vandaag bij een fietser.
Als ik daarna het, altijd gladde, bruggetje over ben staat er tot mijn verrassing een huis met een paar toeschouwers. Dit huis is voor mij nieuw, een paar jaar geleden was dit allemaal nog weiland en nu staat het vol huizen, zo zie je maar hoe snel dingen kunnen veranderen.
Even verderop staan een paar ganzen naast de weg, ik ben dan toch altijd een beetje voorzichtig en als ik dichterbij kom kijkt de grootste mij ook wat aan en laat z’n tanden zien (ja die hebben ganzen, zoek het maar eens op!) maar gelukkig doet hij verder niks en kan ik er rustig langs.
Op weg naar het tunneltje moet zie ik een auto staan met een fotograaf ernaast, dus moet ik natuurlijk even lachen voor het vogeltje, nu maar hopen dat ik er een beetje goed op sta haha.
Dan naar beneden, door het spoortunneltje en weer omhoog. Eenmaal boven zie ik dat Auke mij een paar bochten voor is.
Na ruim viereneenhalf kilometer is het tijd om aan het, normaal gesproken, vreselijke lange stuk te beginnen. Vandaag is het allemaal niet zo verschrikkelijk, er staat namelijk helemaal geen wind terwijl we de wind hier juist meestal vol tegen hebben. Dat is een mooie meevaller, maar ik heb geen flauw idee hoe snel ik loop en dat maakt mij op dit moment toch een beetje onzeker. Ik loop nog lekker en heb nergens last van maar merk toch een beetje dat m’n snelheid wat inkakt.
Gelukkig merk ik niet veel later dat er iemand achter mij dichterbij komt en mij uiteindelijk ook inhaalt. Het blijkt Evert te zijn. Op het moment dat hij mij voorbij is weet ik dat ik aan moet haken, dat doe ik dan ook.
Na een klein stukje vraag ik hem hoe hard we lopen en ik leg hem uit dat m’n horloge het niet doet. Het antwoord bevalt mij wel; we lopen ongeveer 15,7km/uur. Normaal gesproken reken ik niet op deze manier, maar ik heb er niet lang voor nodig om te weten dat dat een prima tempo is!
“Ben je eerste?!”
Als we op de afslag naar Tirns af lopen zie ik familie staan: Attje. Ik zwaai naar haar en ze roept: “Hey! Ben je eerste?!” waarop ik antwoord: “Ja!” “Echt??” “Nee joh, lang niet haha!” Ze lacht en dan ben ik alweer voorbij. Ik vang nog net op dat Jan, die bij ons in de buurt fietst, tegen haar zegt: “Tiende ofzo” En ik denk bij mijzelf: joh, dat niet eens.
Ik loop nog altijd achter Evert en ik merk dat ik, ondanks het tempo, veel energie terug krijg. Als we bijna in IJsbrechtum zijn besluit ik dan ook om te versnellen.
www.jolandasiemonsmafotografie.nl www.jolandasiemonsmafotografie.nl
Als ik door het dorp loop kijk ik nog wel een paar keer achterom om te kijken of ik Evert mee kan krijgen, maar helaas lukt dit hem niet en dus besluit ik gewoon vol door te gaan.
Hier kom ik ook weer een fietser tegen, dezelfde die ik eerder ook al tegen kwam, en hij weet mij te vertellen dat ik tiende loop. Poe, denk ik, dat valt niks tegen!
Ik weet natuurlijk nog steeds niet hoe snel ik loop maar die laatste twee kilometer tot de finish moet ik in dit tempo prima kunnen halen en dan zie ik dan wel wat voor tijd er op de klok staat.
Als ik IJsbrechtum weer uit ben, de rondweg overgestoken ben en linksaf sla kan ik even kijken wat er achter mij gebeurt. Dan zie ik dat Evert inmiddels door meerdere lopers ingehaald is en dat de verschillen klein zijn. Ik weet dus dat ik niet mag verslappen, als ik mijn mooie tiende plek tenminste vast wil houden.
Ik merk, met nog minder dan een kilometer te gaan, wel dat ik het iets moeilijker krijgt en m’n benen zwaarder worden. Maar ik ga dit niet meer weggeven, hoe dan ook.
Als ik bijna weer bij het Schuttersveld ben zie ik op m’n horloge, de tijd loopt wel gewoon, dat ik op drieëndertig minuten zit. Hoe mooi zou het zijn als ik binnen vierendertig minuten kan finishen?
“Er worden zelfs nog high fives uitgedeeld!”
Ik gooi de gaskraan nog één keer open en geef alles wat ik heb. Over de brug, over het parkeerterrein en richting de finish. Nog een slingerbochtje door en dan zie ik rechts drie kinderen staan met hun handen uitgestoken. Ik besluit er naartoe te lopen en terwijl ik alle drie hun handjes “klap” hoor ik Paul, de speaker, zeggen: “Er worden zelfs nog even high fives uitgedeeld!”
Dan kijk ik op de klok en ik zie dat ik nog ruim onder de vierendertig minuten zit. Als ik over de finish stap zet ik mijn horloge uit en neem lachend nog wat commentaar over mijn shirt in ontvangst. Dan kijk ik op m’n horlog en zie een tijd staan die mij blij maakt, heel blij zelfs! Ik blijk zelfs negende te zijn geworden en heb vandaag bijna een minuut van mijn PR gelopen. Van 34:44 naar 33:50. Hoe dan?!