Fit & Frij Rin Heeg 2018
Het is vandaag 28 april, de dag van de derde Fit & Frij Rin in Heeg.
Voor mij is het de eerste keer dat ik mee ga doen, of niet? Ik twijfel deze ochtend namelijk nog steeds, wil ik wel? Afgelopen dinsdag heb ik in een sprintduel een spiertje in m’n bovenbeen verrekt en ik heb op dit moment geen flauw idee hoe het gaat.
Na een tijdje wikken en wegen besluit ik om het gewoon te gaan proberen, dus begin ik me klaar te maken.
Dan stap ik op de fiets en vertrek richting Heeg.
Het weer is prima; niet te warm maar ook niet koud, het is bewolkt en het lijkt er eigenlijk een beetje op dat het gaat regenen.
Als ik in Heeg aankom ga ik op zoek naar de inschrijftafel, ik kan kiezen tussen twee afstanden: 4 of 10 mijl. Ik kies voor de 4 mijl (6.4km), 16km is me toch wat te ver vandaag.
Inmiddels is het nog maar ongeveer een kwartier tot de start en wordt het nu echt wel tijd om even te gaan warmlopen, maar aangezien ik meer met bekenden aan het kletsen ben wordt de tijd daarvoor steeds korter.
Uiteindelijk ga ik toch maar even snel een rondje lopen en Aafke besluit met me mee te gaan. Na ongeveer 5 minuten (misschien zelfs nog wel minder) komen we weer terug bij de start en vinden we het ook wel prima.
Ik ga nog even bij een paar andere bekenden langs en dan is het tijd om naar de start te gaan.
Gisteren kwam ik Mike al tegen in de stad en toen hebben we al een beetje van gedachte gewisseld wat betreft vandaag, ik weet dus al dat hij ook de 4 mijl loopt en dat we ons beide richten op ongeveer hetzelfde schema. Ik besluit dus om me vooral op hem te richten.
Heel druk is het niet bij de start, we hebben dus genoeg ruimte en dat is natuurlijk ook wel eens anders. Volgens Paul (de speaker) zijn er ongeveer 120 deelnemers, dat is zeker niet veel.
Dan horen we plotseling de toeter.. Huh?! Was dat het startsein al? “Ho sorry dat was een test! Even testen of jullie wel wakker zijn”
Nou, dat zijn we nu wel.
Even later is daar dan het echte startsein en weg zijn we!
Als we net onderweg zijn merk ik dat m’n bovenbeen toch echt tegenstribbelt.
Ik loop op dit moment naast Mike en ik vertel hem ook dat ik het wel geloof; “Succes, ik loop hem lekker relaxed uit”
En zo besluit ik om me in de eerste bocht al terug te laten zakken. Eigenlijk loop ik vanaf dit moment al in Niemandsland.
Voor me zie ik Mike en Sietse langzaam bij me weglopen en ik heb het idee dat er achter mij ook vrij weinig te beleven valt.
Het begin van de route neemt ons mee door een woonwijk, vervolgens gaan we over een bruggetje en belanden we in het Heempark. Hier over een paar slingerpaadjes en dan langs de accordeonist het industrieterrein op.
Inmiddels zit ik lekker in een ritme en merk ik eigenlijk niks meer van m’n bovenbeen, ook zie ik dat het gat met de loper voor me inmiddels wat kleiner wordt.
Ik loop langs de brandweerkazerne en zwaai even. Naar wie? Niemand eigenlijk maar ach.
Even verder lopen we het industrieterrein weer af en gaan we linksaf Osingahuizen in.
Plotseling stopt de loper voor me en begint te wandelen. “Gaat het?” “Jawel” en ik loop hem voorbij.
Dan slaan we rechtsaf een betonpad op, richting de boerderij van de familie Schaap.
Ik merk dat hier een keerpunt moet zijn want even verderop kom ik de eerste lopers tegen, met Martijn op kop. Hij wordt gevolgd door een (voor mij) onbekende jongen en daarachter Mike en Sietse.
Toch hoor ik, tot mijn verbazing, bij het keerpunt dat ik op de derde plek schijn te lopen. Tellen blijft lastig, of niet Gielt?
Nu loop ik weer op hetzelfde betonpad, maar nu de andere kant op. Dus kom ik een groot deel van het deelnemersveld tegen.
Ik vind dit altijd wel leuk want er is altijd leuk contact onderling; er worden wat grapjes gemaakt en natuurlijk wordt er ook wat aangemoedigd.
Een bijkomend voordeel is dat ik nu weet hoe groot het gat is met de loper achter me: groot. Ik loop inderdaad behoorlijk in niemandsland.
Ik loop nu langs de weg richting het Heempark, het is inmiddels nog maar ongeveer 2km lopen.
Dan steek ik de weg over, het Heempark in. Als ik even later het park weer verlaat kom ik langs Klaas-Willem, die staat er om mij de goede kant op te sturen (en dit lukt hem ook nog!) en ik groet hem “Ik loop lekker in niemandsland”, hij lacht en ik ga de hoek om.
Even verderop word ik aangemoedigd door een andere vrijwilligster “nog een klein stukje!”. Dat klopt inderdaad, vanaf hier is het nog maar twee keer linksaf en dan nog het rechte stuk van een paar honderd meter.
Dan kom ik uiteindelijk als 5e over de finish na 26:30, een kleine minuut achter de nummer 4 en bijna 2 minuten voor de nummer 6; Niemandsland.