Spring naar toolbar

Gaasterlan Run

Ik besloot me een tijdje terug in te schrijven voor de Gaasterlan Run, eindelijk weer eens een loopje dacht ik. Op dat moment stond ik er even niet bij stil dat het kerstdiner van ’t werk een avond ervoor gepland stond, dat besefte ik me later natuurlijk pas. “Ach, dat zien we dan wel” dacht ik.

Na een aantal biertjes en een paar borden heerlijk eten besloot ik verstandig te zijn en even wat vroeger dan normaal naar huis te gaan, ik had inmiddels al moeite genoeg om m’n ogen nog open te houden.

De volgende ochtend werd ik om 9uur wakker, gelukkig maar want ik had geen wekker gezet (te moe) en om 10uur zou ik opgehaald worden.

Even snel wat eten en me klaar maken, van een ideale voorbereiding was allang geen sprake meer.

Om 10uur werd ik opgepikt en gingen we richting Balk. Eenmaal ter plaatse eerst het startnummer ophalen en omkleden, uiteraard met de dilemma’s die komen met de maand december: korte of lange mouwen? Korte of lange broek? Thermoshirt? Muts? Handschoenen?

Ik besloot in korte broek en shirt met korte mouwen te gaan lopen, met een thermoshirt er onder. Geen handschoenen, muts of iets dergelijks, daar zou ik toch alleen maar last van krijgen.

Toen we gingen warmlopen zakte de moed me behoorlijk in de schoenen, jemig wat een stijve poten! De eerste stappen voelde ik me even wat ouder dan ik werkelijk ben. Maar gelukkig kwam het na een tijdje allemaal wat los, is dat warm lopen toch ergens goed voor!

Dan naar de start, het is er al lekker druk maar onder leiding van Jouke wurmen we ons naar voren, niet helemaal vooraan want daar hebben we toch niks te zoeken. Terwijl ik hoor dat er nog twee minuten tot de start zijn praat ik wat met de mensen om me heen, ik groet wat bekenden en we wensen elkaar succes.

 

Het is zover, na het aftellen klinkt een toeter en de massa komt in beweging. Eerst is het zaak om uit de drukte te komen, hier is zoals altijd het nodige slalomwerk voor nodig. Tijdens het inhalen zie ik een bekende, ik besluit even naast hem te lopen en hem succes te wensen. Ik vraag hem wat voor afstand hij loopt, “De halve. Jij?” en ik vertel hem dat ik de 12km doe. “Ow, dan wordt het tijd dat je eens wat gaat doen!” Ik lach en ga er, volgens opdracht, vandoor.

 

Op een afstandje zie ik een groepje lopen met bekenden, waaronder Jouke en eerste vrouw Regina, en ik besluit om naar ze toe te lopen. We hadden van tevoren al geconstateerd dat de eerste paar kilometers tegen de wind in zijn, dus een groepje om in te lopen zou geen overbodige luxe zijn.

 

Het duurt niet heel lang tot ik de aansluiting weet te vinden en ik blijf eerst lekker achter het ploegje hangen.

Langzaam maar zeker baan ik me een weg door het groepje naar voren, tot ik op een zeker moment de kop over neem. “Trap er nou niet in…” krijg ik te horen van Jouke, die ziet de bui waarschijnlijk al hangen en verwacht een heus “Dirkje” later tijdens de loop. Ik stel hem gerust en zeg dat het wel goed komt, maar ik ben zeker gewaarschuwd!

Ik zit inmiddels heerlijk in m’n ritme en loop de eerste kilometers constant 4:11 per kilometer. Het duurt ook niet heel lang of ik merk dat ik het groepje kwijt raak en ik alleen loop. Prima, ik voel me verrassend goed en ik zie wel hoe lang dit goed gaat.

Het tempo kan ik volhouden en voordat we het bos in gaan heb ik al meerdere lopers ingehaald. Op de smalle paadjes in het bos moet ik even achter twee lopers blijven hangen, tot één van de twee mij de ruimte gunt en ik ook hier weer voorbij kan.

 

Op dit moment kan ik al niet meer vertrouwen op m’n GPS, het ene moment loop ik boven de 5 minuten per kilometer en het andere moment bijna 3 minuten per kilometer, dit terwijl ik voor mijn gevoel lekker constant loop.

Ik besluit eventjes niet meer op m’n horloge te kijken en gewoon lekker door te lopen, het gaat immers prima!

Voor me lopen nog een paar jongens, deze weet ik ook vrij gemakkelijk voorbij te lopen en als ik, een paar bochten verder, achter me kijk zie ik ook dat ik al een behoorlijk gat sla.

Ik waan me nu een beetje in niemandsland, de dichtstbijzijnde loper voor mij loopt op zeker 150 a 200 meter. Het moment dat ik het bos uit kom lopen, loopt hij verderop net weer een ander bos in. Dit blijft mijn positie, daar ben ik op dat moment van overtuigd.

Maar op welke positie loop ik eigenlijk? Ik heb geen idee wat er allemaal voor me gebeurt, “zou ik op een podiumplek lopen?” schiet er heel kort door m’n hoofd. Maar dat wuif ik meteen weg, want dat zal toch niet?

 

Even verderop staat een man in het weiland. “Nummer zes” zegt hij terwijl ik langs hem loop. Geen podium dus, duidelijk.

Nog altijd loop ik, zonder moeite, lekker constant. Het verbaast mij echt dat dit me lukt!

Dan valt me op dat het gat met de loper voor mij inmiddels kleiner geworden is, ik loop in! Beetje bij beetje wordt de achterstand kleiner.

Inmiddels hebben we nog zo’n 3 kilometer te gaan en zit hij nog maar een meter of 20 voor me. Nu komt er een ook een nieuwe uitdaging bij: de lopers van de 4 mijl. Voor mij zie ik groepen gezellig met elkaar op de foto gaan en met elkaar ouwehoeren, duidelijk is dat dit niet meer de wedstrijdlopers zijn. De 4 mijl is 5 minuten na ons gestart en de echt snelle lopers zijn al voorbij.

Al zigzaggend over de weg kom ik telkens dichterbij, tot ik op een gegeven moment weet dat ik hem kan pakken. Wetende dat ik hem geen kans moet gunnen om aan te haken besluit ik er een versnelling in te gooien en hem voorbij te gaan.

Op dat moment haakt de fietser, die voor hem fietste, bij mij aan en die zorgt dat er een pad voor mij vrij is tussen de wirwar van auto’s en 4 mijl lopers.

Na een kilometer merk ik toch dat de tank leeg begint te raken, ik meld dit ook bij de fietser die mij vervolgens nog even oppept en mij duidelijk maakt dat het nog maar een klein stukje is en dat ik dit niet meer weg kan geven.

Dan gaan we de bocht om, ik weet dat het nog een paar honderd meter is. Ik zie de mensen al staan, nog één bocht en dan draaien we het parkeerterrein voor de finish op. “Hij komt er aan” hoor ik de fietser zeggen en ik begin te twijfelen. “Huh, zou ik dan toch op het podium eindigen?”

Ik kom tussen een paar 4 mijl lopers binnen en hoor dat mijn naam genoemd wordt, onopvallend. Maar dan komt er een man naar me toe, hij feliciteert mij met m’n derde plek. Daarna komt ook de fietser naar me toe om me te feliciteren. Dan komt, na een halve minuut, ook de volgende loper binnen. We geven elkaar een hand en we praten nog even na over wat er de laatste kilometers allemaal gebeurde.

Ik kan mijn blijdschap inmiddels niet meer verbergen en loop tevreden naar de kleedkamer, daar trek ik m’n lange broek en jasje weer aan, ook pak ik m’n telefoon en ga weer naar buiten.

Eenmaal buiten begin rustig uit te lopen, terwijl ik het thuisfront op de hoogte breng van m’n blijdschap.

Dan is het tijd voor de prijsuitreiking en ik maak mij klaar om richting het podium te lopen, maar in plaats van mijn naam wordt er een andere naam omgeroepen! Blijkt dat ik niet derde maar vierde geworden ben. Later blijkt dat ik zelfs als vijfde over de finish ben gekomen.

Gelukkig neemt de teleurstelling redelijk snel weer af, een podiumplek was ook teveel van het goede! Maar feit blijft wel dat ik heerlijk gelopen heb en onderweg ook zeker heb kunnen genieten van de mooie omgeving die Gaasterland brengt!

Op naar de volgende en op naar het volgende jaar!

2 gedachten over “Gaasterlan Run

  • 03/01/2018 om 09:31
    Permalink

    Leuk verslag Dirk! Super gelopen. Wel een beetje sneu dat je eerst verteld is dat je een podiumplek had, terwijl het uiteindelijk niet zo was.

    Beantwoorden
    • 03/01/2018 om 14:20
      Permalink

      Dankjewel Aafke!
      Ja dat was zeker een beetje jammer haha, maar ik had sowieso niet verwacht om op het podium te eindigen en heb heerlijk gelopen dus dat maakte veel goed!

      Beantwoorden

Geef een reactie

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

%d bloggers liken dit: