Visser-ijdagenloop 2018
Woensdag 29 augustus, Visser-ijdagenloop in Harlingen. Dit is een loopje die ik al jaren in m’n agenda zet maar waar ik, tot vandaag, nog nooit geweest ben. Hoe dat komt? Woensdag avond is voor mij nou niet echt een moment dat ik graag wedstrijden loop.
Maar dit keer ben ik er bij, ondanks de weersverwachting (slecht). Ik heb er zin in maar ik kan nu al verklappen dat dit een enorm frustrerende avond gaat worden..
Ik schrijf me in voor de 10km (andere opties zijn 5 en 16.1km) en ik bereid me rustig voor.
Als ik in de kleedkamer om me heen kijk zie ik weinig bekenden, wel tref ik Johan. Natuurlijk Johan, hij is er eigenlijk altijd. “Hoe is het? Goede vakantie gehad? Nog wat gelopen?” De standaard vragen na de zomer.
Als ik me na het warmlopen bij de start meld ga ik weer bij Johan staan en ons praatje gaat weer verder.
Hij vertelt mij over de route, dingen waar ik rekening mee moet houden, en we hebben het wat over de “concurrentie”.
Want als ik zo om me heen kijk zie ik weinig bekenden. Riekele en Willem zijn er maar die zijn sowieso veel te snel voor mij.
“Ik denk dat dit een eenzaam loopje wordt” zeg ik dan ook tegen hem.
Dan de start!
Meteen gaat Riekele er vandoor, die zie ik niet weer terug. Daarachter loopt een, voor mij, onbekende jongen en dan ik.
Niet veel later word ik ingehaald door Willem en even later volgt weer iemand.
Het tempo ligt op dit moment lekker hoog en ik zie al vrij snel dat de jongen voor mij dit niet vol gaat houden.
De eerste 2km zijn alleen maar rechtdoor, saai over het open fietspad tussen de snelweg en de zeedijk. Gelukkig hebben we de wind nog in de rug, dat gaat later veranderen want we moeten natuurlijk ook weer een keer terug.
Nog voor het eerste lange stuk achter de rug is zakt de jongen voor mij inderdaad terug, hij kan het tempo niet volhouden. Al moet ik zeggen dat het tempo van de eerste kilometer voor mij ook iets te snel was en ik op dit moment ook wat een prettiger tempo loop, ik moet uiteindelijk natuurlijk wel over de finish komen!
Ik ga de jongen voorbij en merk dat hij ook niet eens probeert aan te haken, daardoor heb ik al snel een gat voor én achter me; het gaat inderdaad een eenzaam loopje worden.
Aan het eind van het rechte stuk is ook meteen het punt waar de route van de 10 en de 16.1km scheiden, 16.1 gaat rechtdoor en de 10 (ik dus) linksaf.
Zoals altijd is dit een moment waar je mooi kan peilen waar je staat. Er lopen drie voor mij, de eerste twee (Riekele en Willem) gaan keurig rechtdoor, wat ik ook wel verwacht had. De derde slaat linksaf.
Op dit moment loop ik dus op tweede positie en is de jongen voor mij eigenlijk al niet meer te pakken.
Dus eigenlijk weet ik na 2.5km al dat ik tweede ga worden, mits er niks raars gebeurt natuurlijk.
We slaan voor Kimswerd rechtsaf, tussen een paar bomen door om uiteindelijk weer op een weggetje tussen de weilanden, in de open wereld uit te komen.
Ik zie voor mij hoe de eerste loper, langzaam maar zeker, steeds wat verder bij me vandaan loopt. Maar van wat er achter me gebeurt heb ik geen idee.
Tot we links afslaan, nu kan ik mooi even kijken wat er achter me allemaal loopt. Nou, wat ik zie verbaast mij. Het gat tussen mij en de nummer drie is namelijk nog groter dan ik dacht!
Door dat ik dit constateer merk ik ook dat ik wat relaxter word, wat in kak misschien zelfs wel.
Dit zorgt er ook voor dat ik nog verder afzak en dat de loper voor mij in Kimswerd totaal uit het zicht is.
Even later, als we op het fietspad richting Harlingen lopen, zie ik hem weer voor me lopen maar ook dat is heel af en toe. Er zit zeker wel 200 meter tussen.
Inmiddels lopen we weer in Harlingen. Tijdens de voorgaande kilometers is mij al een dingetje opgevallen: er staan niet veel vrijwilligers langs het parcours en vaak zijn het dezelfde die even snel met de auto doorrijden om de voorste lopers te begeleiden.
Op zich is hier niks mis mee natuurlijk, maar dan moeten er wel genoeg zijn of alles moet heel goed aangegeven zijn.
Je voelt hem natuurlijk al aankomen: dit was niet het geval.
Op een gegeven moment, ik heb de loper voor mij al een tijdje niet meer in zicht, staan er twee vrijwilligers langs de (drukke) weg, één aan mijn zijde en één aan de overkant. Ik vraag ze of ik over moet steken maar krijg te horen: “Nee je mag nog wel een stuk rechtdoor, volg de pijlen maar”
Ik vind dit vreemd maar ach, het zal wel. Af en toe zie ik inderdaad ook wel pijlen op de weg.
Op een gegeven moment begin ik toch te twijfelen, loop ik nog wel goed? Ik zie geen pijlen en ook geen vrijwilligers meer.
Dan steek ik het spoor over en kom bij een rotonde. Ah! Daar hebben we weer een vrijwilliger, mooi dan gaan we in ieder geval nog goed! Toch?
De vrijwilliger zegt niks en ik neem de rotonde driekwart, dit is een aanname van me omdat ik weet dat de finish ongeveer die kant op is.
Hierna loop ik weer rechtdoor maar ik begin meteen weer te twijfelen. Geen pijlen, geen vrijwilligers, allemaal mogelijke zijstraten en dan ook nog een punt waar het fietspad afgezet is. Ik vind het vreemd.
Op dit moment ben ik ook al compleet uit m’n ritme en loop wat vertwijfeld om mij heen te kijken.
Het is dat ik weet waar de finish is, anders had ik waarschijnlijk compleet Harlingen rond gelopen. Ik weet namelijk dat ik op een gegeven moment links moet afslaan, dit doe ik dus ook.
Dan loop ik op het fietspad richting de Waddenhal. Rechts van me zie ik de 5km lopers mijn kant op komen. Ik weet nu in ieder geval dat het niet ver meer is, al ben ik al dik over de 10 kilometer.
Dan komt, tot mijn verbazing, een loper van links. Ik kijk op de grond, waar hij vandaan komt, en zie een pijl staan naar links (het fietspad op) met daaronder de cijfers “10” en “16”.
Ik vloek en ga naast de beste man lopen. “Helemaal verkeerd gelopen” zeg ik tegen hem. Hij kijkt me alleen aan en ik zet nog even een versnelling in. Een versnelling vol frustratie.
Dan kom ik hoofdschuddend over de finish, ergens achter me hoor ik iemand zeggen dat ik 3e ben geworden. Het kan me gestolen worden, ik liep onbedreigd 2e.
Achteraf hoor ik dat ik 500 meter teveel gelopen heb en dat ik voor het spoor al linksaf had gemoeten, blijkbaar heb ik een pijl gemist. Hierin was ik niet de enige, achter mij nog zeker 4 lopers.
Het vreemde is ook dat ik ná het spoor, bij de rotonde, nog een vrijwilliger heb gezien. Deze beste man wist zelf waarschijnlijk de route niet eens.
Zo als ik eerder al zei: ik ben gefrustreerd. Dus ik loop naar de kleedkamer om m’n telefoon te pakken en m’n frustratie te delen.
Helaas, m’n telefoon is nergens te bekennen.. Ik haal alles uit m’n tas en keer hem compleet binnenstebuiten; niks.
Als ik even later Susanne en Ingrid tref doe ik mijn verhaal en Susanne besluit me te bellen; voicemail.
Dan weten we genoeg: m’n telefoon is gejat.
Hierna besluit ik m’n spullen te pakken en naar huis te gaan, ik wacht de prijsuitreiking niet af. Dat bosje bloemen kan me gestolen worden.